Casting
“Dat was verschrikkelijk. Het scheelde niet veel of ik was toen afgehaakt.”
Henk van Straten
Ondanks de onzekerheden en verschrikkingen die de nieuwe pandemie met zich meebracht voor een groot deel van de wereld, heb ik de eerste lockdown als zeer prettig ervaren. Dagenlang zat ik in het zonnetje op mijn dakterras te schrijven aan het script van de film ‘Buckle Up a.k.a. Baklap’. Af en toe liet ik wat lezen aan vrienden. Al snel had ik een script liggen van zo’n 26 pagina’s. In het klassieke Hollywood-format betekende dit dat de film dus ook 26 minuten zou duren; veel te lang. In eerste instantie hadden we gemikt op een kwartier. Ik vulde mijn hoofd met inspiratie. Ik bekeek talloze achtervolgingen uit films, zocht de kranten af naar bruikbaar materiaal en bedacht wie ik in godsnaam in deze film zou willen laten spelen. Al redelijk snel wist ik dat ik het universum dat ik had geschetst in mijn vorige film ‘Ons Joske’ uit wilde breiden. Joske (gespeeld door Arno Huibers) moest erin, Joske’s zoon (Joey Bosmans) en de klungelige taxichauffeur Floor (gespeeld door Floor Donders). Maar ik had ook een hoofdrolspeler nodig, een typische actieheld, iemand met een ruig overkomen.
Zo kwam ik via een paar omwegen op Henk van Straten.
Mijn goede vriendin, en destijds vers stadsdichter van Eindhoven, Iris Penning had tijdens de eerste lockdown een podcast gestart waarin ze met collega’s over het werken met taal en muziek sprak. In een van die afleveringen sprak ze met Henk. Het ging over een klein verhaaltje wat Henk had gebaseerd op een miniscule ervaring. Iets met dat hij een plantje uit een hazelnoot had zien groeien. Het verhaaltje greep, en inspireerde me enigszins. Ik zocht Henk op het internet uit nieuwsgierigheid, nog zonder te bedenken of hij wellicht een rol zou kunnen spelen in mijn film. Een paar dagen later zag ik hem in mijn supermarkt lopen. Toevallig. Blijkbaar woonde hij ook in Stratum. Ik kan me nog herinneren dat ik dacht: “Kijk, iemand met zo’n uiterlijk zou wel geschikt zijn voor een actiefilm.”
In de eerste versie van het script had ik eigenlijk Huub Smit voor ogen. Dat zou leuk zijn, omdat we met zijn herkenbaarheid zouden kunnen spelen. Toen ik Huub Smit zenuwachtig opbelde bleek hij echter niet beschikbaar te zijn in het tijdsbestek dat ik voor ogen had. Hij stelde echter wel een aantal andere opties voor, waaronder Eindhovense schrijver Henk van Straten.
Een paar weken later sprak ik met Henk af in een nieuw koffietentje in onze wijk. In eerste instantie redelijk zenuwachtig, iets wat ik altijd ben als ik meer weet van iemand dan diegene wellicht doorheeft. Vrij snel vonden we tijdens deze eerste ontmoeting wat gemeenschappelijke interesses. Het staat me bij dat toen ik begon over Wim Hof’s ademhalingsoefeningen, die ik destijds vaak toepaste om mijn rookverslaving enigszins te onderdrukken, Henk hier meteen op aansloeg.
In de daaropvolgende maanden bewees de samenwerking met Henk vruchtbaar, vooral als het ging om het verhalende aspect. Ik merkte hoe fijn het is om te sparren met iemand die verstand heeft van narratieve structuur, en hoe lastig het soms is om zo iemand te vinden. Een klein obstakeltje was echter dat Henk geen acteerervaring had. Gelukkig was ik in 2019 begonnen met een improvisatie-workshop, waarbij ik meerdere mensen had ontmoet die menig amateur-acteur al hadden opgeleid.
Onder die mensen was Laurens van der Linden de enige die ook daadwerkelijk Nederlands sprak. Ik huurde deze ervaren improvisatiecoach in om de belangrijkste acteurs; Ivo, Floor, Julia, Henk te laten wennen aan elkaar en te oefenen met improvisatie. In de onderstaande radio-opname (09:00) spreekt Henk over hoe hij deze workshop heeft beleefd.